geestverwant

Dutch

Etymology

Compound of geest (“mind”) +‎ verwant (“related, germane”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈɣeːst.fɛrˌʋɑnt/, /ˈɣeːst.fərˌʋɑnt/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: geest‧ver‧want

Noun

geestverwant m (plural geestverwanten, diminutive geestverwantje n)

1. like-minded person, someone with the same views

Derived terms

• geestverwantschap

Adjective

geestverwant (not comparable)

1. like-minded, congenial

Inflection

Inflection of geestverwant
uninflected	geestverwant
inflected	geestverwante
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		geestverwant
indefinite	m./f. sing.	geestverwante
	n. sing.	geestverwant
	plural	geestverwante
definite		geestverwante
partitive		geestverwants