gelaatskleur

Dutch

Alternative forms

• gelaetskleur (obsolete)

Etymology

From gelaat (“face”) +‎ -s- +‎ kleur (“color”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ɣəˈlaːtsˌkløːr/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: ge‧laats‧kleur

Noun

gelaatskleur f (plural gelaatskleuren, diminutive gelaatskleurtje n)

1. facial color, colour of the face

   De rossige gelaatskleur duidde op ernstige koolstofmonoxidevergiftiging.

   The ruddy colour of the face indicated serious carbon monoxide poisoning.

2. (art) the fleshy color carnation

   Gelaatskleur is vaak een eufemisme voor gewaagder bloot vlees in de kunst

   Carnation is often a eufemism for more daring nudes in art