letterlijk

Dutch

Etymology

From Middle Dutch letterlijc. Equivalent to letter +‎ -lijk.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈlɛ.tər.lək/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: let‧ter‧lijk

Adverb

letterlijk

1. literally

Antonyms

• figuurlijk

Descendants

• Afrikaans: letterlik

Adjective

letterlijk (comparative letterlijker, superlative letterlijkst)

1. literal

Inflection

Declension of letterlijk
uninflected	letterlijk
inflected	letterlijke
comparative	letterlijker
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		letterlijk	letterlijker	het letterlijkst het letterlijkste
indefinite	m./f. sing.	letterlijke	letterlijkere	letterlijkste
	n. sing.	letterlijk	letterlijker	letterlijkste
	plural	letterlijke	letterlijkere	letterlijkste
definite		letterlijke	letterlijkere	letterlijkste
partitive		letterlijks	letterlijkers	—