Dutch

edit

Etymology

edit

From Middle Dutch onvriendelijc. Equivalent to on- (un-) +‎ vriendelijk (friendly).

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌɔnˈvrin.də.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧vrien‧de‧lijk

Adjective

edit

onvriendelijk (comparative onvriendelijker, superlative onvriendelijkst)

  1. unfriendly

Inflection

edit
Declension of onvriendelijk
uninflected onvriendelijk
inflected onvriendelijke
comparative onvriendelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onvriendelijk onvriendelijker het onvriendelijkst
het onvriendelijkste
indefinite m./f. sing. onvriendelijke onvriendelijkere onvriendelijkste
n. sing. onvriendelijk onvriendelijker onvriendelijkste
plural onvriendelijke onvriendelijkere onvriendelijkste
definite onvriendelijke onvriendelijkere onvriendelijkste
partitive onvriendelijks onvriendelijkers

Antonyms

edit

Derived terms

edit