vrouwonvriendelijk

Dutch edit

Etymology edit

Compound of vrouw (woman) +‎ onvriendelijk (unfriendly).

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌvrɑu̯.ɔnˈvrin.də.lək/
  • (file)
  • Hyphenation: vrouw‧on‧vrien‧de‧lijk

Adjective edit

vrouwonvriendelijk (comparative vrouwonvriendelijker, superlative vrouwonvriendelijkst)

  1. misogynist
    Synonyms: misogyn, vrouwenhatend

Inflection edit

Declension of vrouwonvriendelijk
uninflected vrouwonvriendelijk
inflected vrouwonvriendelijke
comparative vrouwonvriendelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial vrouwonvriendelijk vrouwonvriendelijker het vrouwonvriendelijkst
het vrouwonvriendelijkste
indefinite m./f. sing. vrouwonvriendelijke vrouwonvriendelijkere vrouwonvriendelijkste
n. sing. vrouwonvriendelijk vrouwonvriendelijker vrouwonvriendelijkste
plural vrouwonvriendelijke vrouwonvriendelijkere vrouwonvriendelijkste
definite vrouwonvriendelijke vrouwonvriendelijkere vrouwonvriendelijkste
partitive vrouwonvriendelijks vrouwonvriendelijkers

Derived terms edit