scheikundig

Dutch

Etymology

From scheikunde (“chemistry”) +‎ -ig (“-y”).

Pronunciation

• IPA^(key): /sxɛi̯.ˈkʏn.dəx/

• Audio (Belgium):

  (file)

• Audio (Netherlands):

  (file)

Adjective

scheikundig (comparative scheikundiger, superlative scheikundigst)

1. chemical, relating to or applying chemistry

Inflection

Declension of scheikundig
uninflected	scheikundig
inflected	scheikundige
comparative	scheikundiger
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		scheikundig	scheikundiger	het scheikundigst het scheikundigste
indefinite	m./f. sing.	scheikundige	scheikundigere	scheikundigste
	n. sing.	scheikundig	scheikundiger	scheikundigste
	plural	scheikundige	scheikundigere	scheikundigste
definite		scheikundige	scheikundigere	scheikundigste
partitive		scheikundigs	scheikundigers	—

Synonyms

• chemisch

Derived terms

• scheikundige m