Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

verwekkend

  1. present participle of verwekken

Declension edit

Inflection of verwekkend
uninflected verwekkend
inflected verwekkende
positive
predicative/adverbial verwekkend
verwekkende
indefinite m./f. sing. verwekkende
n. sing. verwekkend
plural verwekkende
definite verwekkende
partitive verwekkends

Derived terms edit