Dutch edit

Etymology edit

Compound of slaap +‎ verwekkend.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌslaːp.fərˈʋɛ.kənt/, /ˌslaːp.fɛrˈʋɛ.kənt/
  • (file)
  • Hyphenation: slaap‧ver‧wek‧kend
  • Rhymes: -ɛkənt

Adjective edit

slaapverwekkend (comparative slaapverwekkender, superlative slaapverwekkendst)

  1. soporific, inducing sleep
    Een aantal stoffen in zijn dieet bleken een slaapverwekkende werking te hebben.
    A few substances in his diet turned out to have a sleep-inducing effect.
  2. soporific, incredibly boring
    Een van haar meest slaapverwekkende bezigheden is het bewerken van een online woordenboek.
    One of her most soporific activities is editing an online dictionary.

Inflection edit

Inflection of slaapverwekkend
uninflected slaapverwekkend
inflected slaapverwekkende
comparative slaapverwekkender
positive comparative superlative
predicative/adverbial slaapverwekkend slaapverwekkender het slaapverwekkendst
het slaapverwekkendste
indefinite m./f. sing. slaapverwekkende slaapverwekkendere slaapverwekkendste
n. sing. slaapverwekkend slaapverwekkender slaapverwekkendste
plural slaapverwekkende slaapverwekkendere slaapverwekkendste
definite slaapverwekkende slaapverwekkendere slaapverwekkendste
partitive slaapverwekkends slaapverwekkenders

Derived terms edit