Dutch

edit

Alternative forms

edit

Etymology

edit

From voor (before, in front of) +‎ zijde (side, face)

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈvɔːrˌzɛi̯.də/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: voor‧zij‧de

Noun

edit

voorzijde f (plural voorzijdes or voorzijden)

  1. front side
    Synonym: voorkant
    Antonyms: achterzijde, keerzijde, rugzijde, achterkant