Dutch

edit

Alternative forms

edit

Etymology

edit

From vroeg +‎ Nieuwhoogduits.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌvrux.niu̯.ɦoːxˈdœy̯ts/
  • Hyphenation: Vroeg‧nieuw‧hoog‧duits

Proper noun

edit

Vroegnieuwhoogduits n

  1. Early New High German

Adjective

edit

Vroegnieuwhoogduits (not comparable)

  1. Early New High German

Declension

edit
Declension of Vroegnieuwhoogduits
uninflected Vroegnieuwhoogduits
inflected Vroegnieuwhoogduitse
comparative
positive
predicative/adverbial Vroegnieuwhoogduits
indefinite m./f. sing. Vroegnieuwhoogduitse
n. sing. Vroegnieuwhoogduits
plural Vroegnieuwhoogduitse
definite Vroegnieuwhoogduitse
partitive Vroegnieuwhoogduits