afspreken
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editVerb
editafspreken
- (transitive) to agree, to make an agreement
- We hebben afgesproken dat we morgen om 10 uur beginnen.
- We agreed to start at 10 o'clock tomorrow.
- We moeten de voorwaarden nog afspreken voordat we het contract tekenen.
- We need to agree on the terms before signing the contract.
- We hebben afgesproken dat iedereen zijn bijdrage zal leveren aan het project.
- We agreed that everyone will contribute to the project.
- (intransitive) to make an appointment
- Laten we een tijd afspreken om elkaar te ontmoeten.
- Let's make an appointment to meet each other.
- We hebben afgesproken dat we elkaar om 3 uur bij de ingang zouden ontmoeten.
- We agreed to meet each other at the entrance at 3 o'clock.
- Ik heb afgesproken om morgen met mijn collega's te lunchen.
- I have arranged to have lunch with my colleagues tomorrow.
- We kunnen een datum afspreken voor de volgende vergadering.
- We can set a date for the next meeting.
Conjugation
editConjugation of afspreken (strong class 4, separable) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | afspreken | |||
past singular | sprak af | |||
past participle | afgesproken | |||
infinitive | afspreken | |||
gerund | afspreken n | |||
main clause | subordinate clause | |||
present tense | past tense | present tense | past tense | |
1st person singular | spreek af | sprak af | afspreek | afsprak |
2nd person sing. (jij) | spreekt af, spreek af2 | sprak af | afspreekt | afsprak |
2nd person sing. (u) | spreekt af | sprak af | afspreekt | afsprak |
2nd person sing. (gij) | spreekt af | spraakt af | afspreekt | afspraakt |
3rd person singular | spreekt af | sprak af | afspreekt | afsprak |
plural | spreken af | spraken af | afspreken | afspraken |
subjunctive sing.1 | spreke af | sprake af | afspreke | afsprake |
subjunctive plur.1 | spreken af | spraken af | afspreken | afspraken |
imperative sing. | spreek af | |||
imperative plur.1 | spreekt af | |||
participles | afsprekend | afgesproken | ||
1) Archaic. 2) In case of inversion. |