onderzoeken
Dutch
editEtymology 1
editFrom Middle Dutch ondersoeken. Equivalent to onder- + zoeken. Cognate English underseek, German untersuchen.
Pronunciation
editVerb
editonderzoeken
- to investigate
- De politie is het incident aan het onderzoeken. ― The police are investigating the incident.
- We moeten deze zaak verder onderzoeken. ― We need to investigate this case further.
- Het is zijn taak om verdachte activiteiten te onderzoeken. ― It's his job to investigate suspicious activities.
- to (do) research
- Ze is van plan om klimaatverandering te onderzoeken voor haar scriptie. ― She plans to do research on climate change for her thesis.
- Het team zal de impact van nieuwe technologieën onderzoeken. ― The team will research the impact of new technologies.
- Ik ben momenteel de geschiedenis van dit dorp aan het onderzoeken. ― I am currently researching the history of this village.
Conjugation
editConjugation of onderzoeken (weak with past in -cht, prefixed) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | onderzoeken | |||
past singular | onderzocht | |||
past participle | onderzocht | |||
infinitive | onderzoeken | |||
gerund | onderzoeken n | |||
present tense | past tense | |||
1st person singular | onderzoek | onderzocht | ||
2nd person sing. (jij) | onderzoekt, onderzoek2 | onderzocht | ||
2nd person sing. (u) | onderzoekt | onderzocht | ||
2nd person sing. (gij) | onderzoekt | onderzocht | ||
3rd person singular | onderzoekt | onderzocht | ||
plural | onderzoeken | onderzochten | ||
subjunctive sing.1 | onderzoeke | onderzochte | ||
subjunctive plur.1 | onderzoeken | onderzochten | ||
imperative sing. | onderzoek | |||
imperative plur.1 | onderzoekt | |||
participles | onderzoekend | onderzocht | ||
1) Archaic. 2) In case of inversion. |
Related terms
editDescendants
editEtymology 2
editSee the etymology of the corresponding lemma form.
Pronunciation
editNoun
editonderzoeken
Categories:
- Dutch terms inherited from Middle Dutch
- Dutch terms derived from Middle Dutch
- Dutch terms prefixed with onder-
- Dutch terms with IPA pronunciation
- Dutch terms with audio pronunciation
- Rhymes:Dutch/ukən
- Rhymes:Dutch/ukən/4 syllables
- Dutch lemmas
- Dutch verbs
- Dutch terms with usage examples
- Dutch weak verbs (-cht)
- Dutch prefixed verbs
- Dutch prefixed verbs with onder-
- Dutch non-lemma forms
- Dutch noun forms