zorgelijk

Dutch

Etymology

From zorg +‎ -e- +‎ -lijk.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈzɔr.ɣə.lək/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: zor‧ge‧lijk

Adjective

zorgelijk (comparative zorgelijker, superlative zorgelijkst)

1. worrisome

   Synonyms: zorgbarend, zorgwekkend, verontrustend

Declension

Declension of zorgelijk
uninflected	zorgelijk
inflected	zorgelijk
comparative	zorgelijker
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		zorgelijk	zorgelijker	het zorgelijkst het zorgelijkste
indefinite	m./f. sing.	zorgelijk	zorgelijkere	zorgelijkste
	n. sing.	zorgelijk	zorgelijker	zorgelijkste
	plural	zorgelijk	zorgelijkere	zorgelijkste
definite		zorgelijk	zorgelijkere	zorgelijkste
partitive		zorgelijks	zorgelijkers	—