meerderjarig

Dutch

Etymology

From meerder +‎ jaar +‎ -ig.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌmeːr.dərˈjaː.rəx/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: meer‧der‧ja‧rig
• Rhymes: -aːrəx

Adjective

meerderjarig (not comparable)

1. major, adult, of age (who has attained the age of majority, who is over the legal age of majority)

   Synonym: volwassen

   Antonym: minderjarig

   Op de leeftijd van 18 jaar wordt men meerderjarig verklaard.

   At the age of 18, one is declared of age.

   Alleen meerderjarige personen mogen stemmen bij de verkiezingen.

   Only adult individuals are allowed to vote in the elections.

   Een meerderjarige is volgens de wet iemand die 18 jaar of ouder is.

   A major is someone who is 18 years of age or older according to the law.

Inflection

Inflection of meerderjarig
uninflected	meerderjarig
inflected	meerderjarige
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		meerderjarig
indefinite	m./f. sing.	meerderjarige
	n. sing.	meerderjarig
	plural	meerderjarige
definite		meerderjarige
partitive		meerderjarigs

Derived terms

• meerderjarige