Dutch edit

Etymology edit

From onder- +‎ betalen.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌɔn.dər.bəˈtaː.lə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: on‧der‧be‧ta‧len
  • Rhymes: -aːlən

Verb edit

onderbetalen

  1. (transitive) to underpay
    Coordinate term: overbetalen

Inflection edit

Inflection of onderbetalen (weak, prefixed)
infinitive onderbetalen
past singular onderbetaalde
past participle onderbetaald
infinitive onderbetalen
gerund onderbetalen n
present tense past tense
1st person singular onderbetaal onderbetaalde
2nd person sing. (jij) onderbetaalt onderbetaalde
2nd person sing. (u) onderbetaalt onderbetaalde
2nd person sing. (gij) onderbetaalt onderbetaalde
3rd person singular onderbetaalt onderbetaalde
plural onderbetalen onderbetaalden
subjunctive sing.1 onderbetale onderbetaalde
subjunctive plur.1 onderbetalen onderbetaalden
imperative sing. onderbetaal
imperative plur.1 onderbetaalt
participles onderbetalend onderbetaald
1) Archaic.