vereenzamen

Dutch

Etymology

From eenzaam +‎ ver- -en.

Pronunciation

• IPA^(key): /vɛrˈeːnˌzaː.mə(n)/, /vərˈeːnˌzaː.mə(n)/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: ver‧een‧za‧men

Verb

vereenzamen

1. (intransitive) to become lonely

   Oudere mensen kunnen zich na verloop van tijd vereenzamen als ze weinig sociale contacten hebben.

   Elderly people can become lonely over time if they have few social contacts.

   Na zijn scheiding begon hij zich steeds meer te vereenzamen.

   After his divorce, he started becoming lonely more and more.

   Door zijn drukke werkschema begon hij zich te vereenzamen, omdat hij weinig tijd had voor sociale interactie.

   Due to his busy work schedule, he began becoming lonely as he had little time for social interaction.

Inflection

Conjugation of vereenzamen (weak, prefixed)
infinitive	vereenzamen
past singular	vereenzaamde
past participle	vereenzaamd
infinitive	vereenzamen
gerund	vereenzamen n
	present tense	past tense
1st person singular	vereenzaam	vereenzaamde
2nd person sing. (jij)	vereenzaamt	vereenzaamde
2nd person sing. (u)	vereenzaamt	vereenzaamde
2nd person sing. (gij)	vereenzaamt	vereenzaamde
3rd person singular	vereenzaamt	vereenzaamde
plural	vereenzamen	vereenzaamden
subjunctive sing.1	vereenzame	vereenzaamde
subjunctive plur.1	vereenzamen	vereenzaamden
imperative sing.	vereenzaam
imperative plur.1	vereenzaamt
participles	vereenzamend	vereenzaamd
1) Archaic.

Derived terms

• vereenzaming