voorradig

Dutch

Etymology

From voorraad +‎ -ig. Compare German vorrätig.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈvoːraːdəx/

• Audio:

  (file)

Adjective

voorradig (comparative voorradiger, superlative voorradigst)

1. in stock; available (normally available for purchase)

   Helaas is dit product momenteel niet voorradig.

   Unfortunately this product is currently not in stock.

Declension

Declension of voorradig
uninflected	voorradig
inflected	voorradige
comparative	voorradiger
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		voorradig	voorradiger	het voorradigst het voorradigste
indefinite	m./f. sing.	voorradige	voorradigere	voorradigste
	n. sing.	voorradig	voorradiger	voorradigste
	plural	voorradige	voorradigere	voorradigste
definite		voorradige	voorradigere	voorradigste
partitive		voorradigs	voorradigers	—

Synonyms

• voorhanden

Derived terms

• voorradigheid

Related terms

• voorraad