onderbieden

Dutch

Etymology 1

From onder- +‎ bieden (“to bid”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌɔndərˈbi.də(n)/
• Hyphenation: on‧der‧bie‧den
• Rhymes: -idən

Verb

onderbieden

1. (transitive) to underbid, to bid lower than

Inflection

Conjugation of onderbieden (strong class 2a, prefixed)
infinitive	onderbieden
past singular	onderbood
past participle	onderboden
infinitive	onderbieden
gerund	onderbieden n
	present tense	past tense
1st person singular	onderbied	onderbood
2nd person sing. (jij)	onderbiedt	onderbood
2nd person sing. (u)	onderbiedt	onderbood
2nd person sing. (gij)	onderbiedt	onderboodt
3rd person singular	onderbiedt	onderbood
plural	onderbieden	onderboden
subjunctive sing.1	onderbiede	onderbode
subjunctive plur.1	onderbieden	onderboden
imperative sing.	onderbied
imperative plur.1	onderbiedt
participles	onderbiedend	onderboden
1) Archaic.

Etymology 2

From onder +‎ bieden (“to bid”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈɔndərˌbi.də(n)/
• Hyphenation: on‧der‧bie‧den

Verb

onderbieden

1. (transitive) to underbid, to bid lower than

Inflection

Conjugation of onderbieden (strong class 2a, separable)
infinitive	onderbieden
past singular	bood onder
past participle	ondergeboden
infinitive	onderbieden
gerund	onderbieden n
	main clause		subordinate clause
	present tense	past tense	present tense	past tense
1st person singular	bied onder	bood onder	onderbied	onderbood
2nd person sing. (jij)	biedt onder	bood onder	onderbiedt	onderbood
2nd person sing. (u)	biedt onder	bood onder	onderbiedt	onderbood
2nd person sing. (gij)	biedt onder	boodt onder	onderbiedt	onderboodt
3rd person singular	biedt onder	bood onder	onderbiedt	onderbood
plural	bieden onder	boden onder	onderbieden	onderboden
subjunctive sing.1	biede onder	bode onder	onderbiede	onderbode
subjunctive plur.1	bieden onder	boden onder	onderbieden	onderboden
imperative sing.	bied onder
imperative plur.1	biedt onder
participles	onderbiedend	ondergeboden
1) Archaic.