Category:Dutch terms with archaic senses
| Newest and oldest pages |
|---|
| Newest pages ordered by last category link update: |
| Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch terms that are no longer in general use but still encountered in older literature and still sometimes used for special effect.
The following label generates this category: archaic (alias antiquated)edit. To generate this category using one of these labels, use {{lb|nl|label}}.
| Top – A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z |
Pages in category "Dutch terms with archaic senses"
The following 200 pages are in this category, out of 783 total.
(previous page) (next page)A
- a
- aanbetrouwen
- aanbijten
- aandeelhebber
- aandeelhebster
- aanerven
- aanhelpen
- aanhuilen
- aanklampen
- aankomeling
- aankomen
- aankooien
- aanrekenen
- aanschouw
- aanschouwend
- aanschrijven
- aanspinnen
- aanstoffen
- aantekenaar
- aantijgen
- aanvechten
- aanwezen
- aanwijzen
- aar
- aardgewas
- aardluis
- aartsengels
- abuis
- accessiën
- achterkousig
- achterlijk
- achtermiddag
- actie
- afdorren
- afdringen
- afgodes
- afheining
- afkerven
- afleunen
- afmolmen
- afneuzen
- Afrikaner
- afslag
- aftreden
- agrarisch
- aker
- akkefietje
- akkerman
- alreeds
- althans
- amper
- ander
- angellijn
- apennoot
- aperij
- apparatuur
- appelkoos
- appelsien
- applaudissement
- ar
- archivarius
- armoediglijk
- armoedzaaier
- arrestatie
- artsenijdrank
- autisme
- avondstond
B
- baar
- babbelen
- bakkeleien
- bakslede
- balorig
- ban
- banjer
- banjerheer
- bankbreuk
- bankbreukig
- bannissement
- barlebaan
- barnen
- bedammen
- bede
- bedenking
- bediedsel
- bedleger
- bedonderen
- bedoven
- bedrillen
- beduveld
- beefaal
- bef
- begekken
- beharten
- beheinen
- beiden
- bekrijten
- belakken
- belgen
- belt
- beluiken
- bemachtigen
- beminnen
- berading
- berd
- bescheiden
- beschijten
- besmullen
- beulin
- bevindelijk
- bevredigen
- bewaarnis
- bewelkomen
- bewerpen
- bewustenis
- bezabberen
- bezorging
- biel
- bijendrom
- bijengewas
- bijldrager
- bladwijzer
- blauwschuit
- blenden
- blij
- blijdelijk
- bloeien
- bloeimaand
- blood
- bodenbrood
- bodes
- boekjesgoud
- boerterij
- bom
- bondig
- botervlieg
- botervrouw
- bout
- bouteille
- bouw
- bovenzang
- braakdrank
- braakwijn
- brandewijnkroeg
- brandewijnskroeg
- brandofferen
- breekwater
- brevets
- Brugger
- bruien
- bruiken
- bruiloftsbed
- bullebak
- burgerin