robijnen

Dutch

Pronunciation

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: ro‧bij‧nen

Noun

robijnen

1. plural of robijn

Adjective

robijnen (not comparable)

1. made of ruby
2. ruby (color/colour)

Inflection

Declension of robijnen
uninflected	robijnen
inflected	robijnen
comparative	—
		positive
predicative/adverbial
indefinite	m./f. sing.	robijnen
	n. sing.	robijnen
	plural	robijnen
definite		robijnen
partitive

Synonyms

• (color): robijn, robijnrood

See also

Colors in Dutch · kleuren (layout · text)

wit	grijs	zwart
rood; karmijnrood	oranje; bruin	geel; roomwit
groengeel/limoengroen	groen
blauwgroen/cyaan; groenblauw/petrolblauw	azuurblauw	blauw
violet; indigo	magenta; paars	roze