Dutch edit

Etymology edit

From Middle Dutch bloetroet. Equivalent to bloed (blood) +‎ rood (red).

Pronunciation edit

  • IPA(key): /blutˈroːt/
  • (file)
  • Hyphenation: bloed‧rood
  • Rhymes: -oːt

Adjective edit

bloedrood (comparative bloedroder, superlative bloedroodst)

  1. blood-red

Inflection edit

Inflection of bloedrood
uninflected bloedrood
inflected bloedrode
comparative bloedroder
positive comparative superlative
predicative/adverbial bloedrood bloedroder het bloedroodst
het bloedroodste
indefinite m./f. sing. bloedrode bloedrodere bloedroodste
n. sing. bloedrood bloedroder bloedroodste
plural bloedrode bloedrodere bloedroodste
definite bloedrode bloedrodere bloedroodste
partitive bloedroods bloedroders

Derived terms edit

See also edit

Colors in Dutch · kleuren (layout · text)
     wit      grijs      zwart
             rood; karmijnrood              oranje; bruin              geel; roomwit
             groengeel/limoengroen              groen             
             blauwgroen/cyaan; groenblauw/petrolblauw              azuurblauw              blauw
             violet; indigo              magenta; paars              roze