jouws
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editDeterminer
editjouws
- (archaic) (archaic) genitive masculine/neuter of jouw: of your
- Coordinate term: (feminine and plural) jouwer
- jouws vaders huis ― your father’s house
- het huis jouws vaders ― the house of your father
Pronoun
editjouws
- (archaic) (archaic) genitive of jij: of you
- Synonym: (interchangeable) jouwer
- Hij is jouws niet waard.
- He isn’t worthy of you.