Category:Dutch terms inherited from Proto-West Germanic
| Newest and oldest pages |
|---|
| Newest pages ordered by last category link update: |
| Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch terms inherited from Proto-West Germanic.
| Top – A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z |
Pages in category "Dutch terms inherited from Proto-West Germanic"
The following 200 pages are in this category, out of 1,530 total.
(previous page) (next page)A
B
- baak
- baan
- baar
- baard
- baas
- babbelen
- bad
- baden
- bakken
- balg
- balk
- band
- bank
- bannen
- bar
- barg
- barsten
- bast
- baten
- bazen
- bebinden
- bed
- bedekken
- bedriegen
- beeld
- been
- beer
- begin
- beginnen
- begrijpen
- behouden
- beitel
- bekoren
- belgen
- bellen
- beluiken
- bengel
- berg
- Bergeijk
- bergen
- berk
- beschuldigen
- besmetten
- beter
- betuinen
- Betuwe
- beuk
- beul
- beuren
- bevallen
- bevelen
- beven
- bewaren
- bezem
- bezig
- bezorgen
- bezwijken
- bidden
- bieden
- bier
- bies
- biest
- big
- bij
- bijten
- binden
- bitter
- blaar
- blad
- blaken
- blank
- blaten
- blauw
- blazen
- bleek
- bles
- blij
- blijdelijk
- blijken
- blijven
- blind
- bloed
- bloeden
- bloeien
- bloem
- bocht
- bod
- bodem
- boedel
- boeg
- boek
- boenen
- boete
- boeten
- bok
- bol
- boodschap
- boog
- boom
- boos
- bord
- borst
- bos
- boten
- boter
- boud
- bout
- bouwen
- boven
- braak
- braam
- breed
- breidel
- brein
- breken
- brengen
- breuk
- broeder
- broek
- brommen
- bron
- brood
- brouwen
- brug
- bruid
- bruiken
- bruin
- buidel
- buigen
- buik
- buis
- buiten
- bult
- burcht
- bus